Aanpak: luisteren, duiden, doen
Elke aanpak begint met luisteren. Daarna volgen duiden en doen.
Hoe (be)luister je?
Met luisteren bedoelen we vaak: luisteren van mens tot mens. Persoonlijk contact. Niks mis mee! Maar in je werk heb je vaak te maken met luisteren naar wat er leeft bij (groepen) inwoners. Dat is iets heel anders. Hierbij hebben we het beeld van de ijsberg nodig.
De top van de ijsberg zijn ‘spontane signalen’ van inwoners. Denk aan signalen die binnen de organisatie bekend zijn uit klantcontact of uitingen op social media. Dat is het zichtbare deel, boven de waterspiegel. Dat deel leent zich voor het maken van een omgevingsanalyse.
Onder de waterspiegel ligt het deel van de berg met wat we nog niet weten van (groepen) inwoners. Denk aan hoe mensen denken over een nieuwe maatregel of een transitie. Dat deel halen we naar boven met onderzoek en participatie.
Duiden betekent: iets plaatsen in een bepaalde context.
Een klacht, over een onduidelijke bewonersbrief bijvoorbeeld, plaats je in het kader van de ambitie voor duidelijke taal. Door dit zo te duiden, wordt het signaal beter opgepakt. We zetten dus onze analyse en advies in de context van de ambitie van het bestuur om zo tot de juiste actie te komen. Dat kan zijn een maatregel, een regeling, een wijze van communiceren en zo meer.
Hoe doe je?
De uitkomsten van een onderzoek of analyse leiden tot een advies over ‘wat te doen’. Of ‘wat niet te doen’. Een paar voorbeelden:
Je ziet dat de ambitie buiten steun krijgt: vooral aan vasthouden
Je ziet dat de ambitie in de ogen van de buitenwereld niet de goede is: een aanpassing is dus gewenst
Je ziet dat de acties, dat wil zeggen de maatregelen of de communicatie, volgens de buitenwereld passend zijn: vooral doorgaan op deze weg
Je ziet dat de acties in de ogen van de buitenwereld niet passend zijn: aanpassing is nodig.
Aan de slag? Lees verder voor ons aanbod:
